Kookles met historie

1973. Vriendin T. en ik hebben het helemaal gehad met Amsterdam en de wiebelige manspersonen in ons leven en besluiten samen op vakantie te gaan. Korfu werd het, half pension in hotel Potamaki in Benitses, drie weken voor 845 gulden met alles erbij. Wij waren niet uit op romantiek, maar de romantiek kennelijk wel op ons, want na een week was T. geworven door Antonio Manganelli, een lieve, een beetje verlegen rechtenstudent uit Napels, en Gerardo Vozza, zijn boezemvriend en stad- en studiegenoot had wel een oogje op mij. Eerlijkheid gebiedt: ik ook wel op hem, hij was een mooie Italiaanse jongen met zwart, golvend haar, reebruine ogen en vreselijk mooie schoenen aan zijn voeten. 

En tot overmaat van boeketreeksvreugde: Antonio was naar Korfu gekomen met zijn rode MG two-seater, waar we natuurlijk moeiteloos in pasten met ons vieren en lange ritten over de maanverlichte kustweg maakten. Het sprookje en het geluk eindigden toen wij terug moesten naar Amsterdam - ik zie me nóg zitten op het bankje voor het hotel, met een glas witte Demestika in mijn hand vechtend tegen de tranen, wetend dat een huwelijk tussen een Italiaan van rijken huize en een meissie uit Holland natuurlijk nooit zou worden goedgekeurd door papa bankdirecteur. Vaarwel, korte maar heerlijke droom.

Maar het verhaal is nog niet uit. Gerardo en ik schreven elkaar regelmatig, en tot T.'s en mijn grote vreugde kondigde hij aan dat Antonio en hij met Pasen naar Amsterdam zouden komen met twee vrienden. Zij sliepen in een hotel (dat was toch wel even een tegenvaller) maar overdag waren we met ons zessen op stap en aten we samen in mijn miniappartementje in de Van Breestraat.

Daar, op de laatste dag van zijn verblijf in Amsterdam, leerde Gerardo mij de spaghetti alla carbonara maken zoals hij die van zijn 'nonna' had geleerd. Het zou de laatste keer zijn dat we elkaar zagen, maar zijn recept gaat dus al 38 jaar mee.

Per persoon gebruik je:

  • 1 ei
  • 1 volle eetlepel Parmezaanse kaas
  • flinke draai aan de pepermolen
  • 1 el olijfolie
  • 25 g gerookte spekblokjes, zo mager mogelijk
  • 1 flinke teen knoflook, fijngehakt
  • 75 g spaghetti 


         


  1. Klop het ei los met de kaas en peper
  2. verwarm de olijfolie in een steelpan, laat de spekblokjes erin smelten maar niet kleuren
  3. Roer de knoflook erdoor en laat op laag vuur verder sudderen tot de spaghetti klaar is
  4. Doe de spaghetti in ruim kokend water met zout, laat 2 minuten koken, zet het vuur uit, doe de deksel op de pan en laat zo staan, net zo lang als de kooktijd op de verpakking aangeeft
  5. Roer 1 el kookwater door de spekjes
  6. Giet de spaghetti af, roer er meteen de spekjes met olie door en direct erna het eimengsel
  7. Eet meteen op uit voorverwarmde diepe borden

Postscriptum:
Gerardo sprak ik in de zomer van 1974 nog één keer aan de telefoon, maar onze afspraak in Amalfi liep ik mis door stakend buspersoneel. Dat was het dan.
Maar vorig jaar vonden we elkaar terug op Facebook. Mijn Italiaanse droomprins is een grijze, gezette heer geworden die door zijn vrienden en zichzelf ook wel Gerry/Jerry wordt genoemd, gescheiden vader van een dochter en fanatiek muziekliefhebber.
We hebben heel af en toe nog wel contact, want, zo zei hij na mijn verjaardagswens aan hem in februari: 'sei sempre la mia … olandesina'.