Het mooie leven

Wrecking Crew Orchestra

Ik heb toch wel tweederde van mijn leven gedanst, klassiek, jazz en volks, en ballroom/stijl was al helemaal ondenkbaar 'want niet klassiek' - dat was althans de mening van mijn balletschoolhoudende moeder.
Break, hiphop en hoe al die nieuwe stijlen heten zijn echt van na mijn tijd. Ik heb ze nooit geprobeerd en zelden naar gekeken, en zelf doen is nu niet meer aan de orde - knarsende gewrichten en krijsende spieren heb ik er niet voor over.
Gelukkig zijn er 'So You Think You Can Dance' en 'The Ultimate Dance Battle' waarin jonge, ambitieuze, getalenteerde dansers en choreografen tonen wat ze kunnen en doen wat 'in mijn tijd' nog ver buiten mijn blikveld lag: onbetreden danspaden bewandelen.
Oh ja, en dankzij 'Strictly Come Dancing' is ook mijn kijk op ballroom en latin totaal omgeslagen.
Ik vind het allemaal geweldig om naar te kijken.

Het Wrecking Crew Orchestra is een Japanse hiphopgroep die hun presentatie nog een tandje hebben opgeschroefd, met fascinerend resultaat, of, zoals ik ergens las op internet: 'total eye candy'!




Gebraden gans volgens Carl Orff

Carl Orff, hij is omstreden vanwege zijn houding tijdens WOII, maar zijn meest bekende werk Carmina Burana is en blijft indrukwekkend en aanstekelijk, zeker in de uitvoering van de Berliner Philharmoniker onder leiding van Sir Simon Rattle. de opname is gemaakt tijdens het Silvesterkonzert in 2004.

Ik heb een speciale band met Carmina Burana - toen ik nog droomde van een carrière als danseres heb ik een paar weken mogen meetrainen met het Nederlands Danstheater en repeteerde aan de zijkant John Butlers choreografie mee. Onvergetelijk!

Heel bijzonder is 'Olim locus colueram', het lied van de gans  uit 'In Taberna', het tweede deel van Carmina Burana. Hier gezongen door de Amerikaanse tenor Lawrence Brownlee.


Olim lacus colueram,
olim pulcher exstiteram,
dum cygnus ego fueram.
Miser, miser!
modo niger
et ustus fortiter!

Girat, regirat garcifer;
me rogus urit fortiter;
propinat me nunc dapifer.
Miser, miser!
modo niger
et ustus fortiter!

Nunc in scutella iaceo,
et volitare nequeo;
dentes frendentes video.
Miser, miser!
modo niger
et ustus fortiter!

Once I had dwelt on lakes, once I had been beautiful, when I was a swan. Poor wretch! Now black and well roasted!

The cook turns me back and forth; I am roasted to a turn on my pyre; now the waiter serves me. Poor wretch! Now black and well roasted!

Now I lie on the dish, and I cannot fly; I see the gnashing teeth. Poor wretch! Now black and well roasted!