Some like it hot: Portugese piri-piri


  • 5 rode pepers (of neem vlezige jalapeño’s, zelfs de beter gesorteerde landelijke grootgrutter heeft ze tegenwoordig wel eens!) 
  • 5 tenen knoflook, gepeld en in stukjes
  • een stukje verse gember, geschild en kleingesneden
  • 1 theelepel gemalen kaneel
  • 1 theelepel gemalen koriander
  • 1 theelepel paprikapoeder
  • 2 theelepels gedroogde oregano
  • 1 opgehoopte theelepel grof zeezout
  • 3 eetlepels rodewijnazijn 
  • 1 dl olijfolie


  1. Verwarm de oven voor op 180º
  2. Leg de pepers op een bakplaat en rooster ze tot ze rimpelig en een beetje verkleurd zijn
  3. Verwijder desgewenst de pitjes en zaadlijsten uit de pepers en snijd ze iets kleiner
  4. Roer alle ingrediënten in een steelpan door elkaar en laat een minuut of 10 zachtjes sudderen
  5. Laat een kwartiertje afkoelen, maal daarna het hele zaakje tot een dikke, oranjerode pasta
  6. De piripiripasta blijft in de koelkast zeker een maand goed


Pirpipirikip maak je door kippenbouten met de pasta in te smeren en die in een oven van 200º te bakken.