Wisteria Lane in wording

De Franse 'fermette JonAs' van schoonzus en zwager heeft naast de voordeur een oude blauwe regen die normaal gesproken in mei volop zou moeten bloeien. Maar door het kille weer in het voorjaar was hij nog maar net begonnen toen wij er half mei een weekje vakantie hielden. De bloesem was in de minderheid, terwijl de kronkelige takken vol hingen met verdroogde zaadpeulen die onder hun verraderlijk zachte grijsbruine velletje een keiharde bast bleken te hebben die bijna niet te kraken was.
Nou ben ik niet voor een kleintje vervaard, en knappe blauweregenpeul die ik zijn zaadjes niet afhandig zou kunnen maken, dus gingen er een stuk of wat mee terug naar Amsterdam. 
Jo, de mannelijke helft van het echtpaar Jo&Jo, gepensioneerde vrienden van  de in-laws die al 15 jaar hun 'extended summers' doorbrengen in de Périgord Vert en eigenaar van de weelderigste wisteria die ik ooit heb gezien, waarschuwde me dat blauwe regen uit zaad opkweken niets zou worden. 
Nou, dàt zouden we nog eens zien. 


De blauweregenwolk van Jo&Jo, gefotografeerd door schoonzus Astrid

Terug in Amsterdam was het een kwestie van gericht zoeken op internet om uit te vinden of en zo ja hoe de peulen tot leven gewekt zouden kunnen worden. Aan de plant, las ik, zouden de peulen na de bloei door de warmte vanzelf moeten openspringen en zo hun zaad moeten verschieten, maar de mijne hadden dat kennelijk niet gedaan.

Eerst een tijdje weken in water, was het advies, daarna openen (dat viel ook na dagen in het water nog niet mee), en vervolgens de platte, harde zaden in heet water weken. Dan een randje wat opschuren of er zelfs een klein openingetje in maken, opnieuw weken en dan: hup, in zaaipotjes en die, liefst in een kasje met voldoende vocht, hun gang laten gaan.

Zo gezegd, zo gedaan. Veel fiducie had ik er niet in, al was het maar omdat ik pas eind mei, minstens twee maanden later dan de aanbevolen periode, was gaan zaaien. 

Zeven zaden gingen in even zovele zaaipotjes, satéstokjes bespannen met vershoudfolie vormden het onmisbare kasje en de plantenspuit zorgde voor de waterverneveling. 

Een wonder! Binnen een week verscheen er al voorzichtig een eerste groen puntje boven de aarde, al snel gevolgd door vier andere. Twee potjes bleven levenloos. Twee van het groeigrage vijftal mochten, toen de sprietjes al wat meer spriet geworden waren, mee naar de tuin van culi- en Artiscollega Sofieke.

Daarna begon de wisteriabroedzorg pas goed: twee keer per dag de aarde vochtig houden en de tere blaadjes behoeden voor plakken tegen het folie maakten dat al na drie weken er sprake was van echte plantjes met duidelijk zin in het leven.

Eind juni, daags na de zonnewende, heb ik ze verspeend. Nu staan ze gedrieën in een grote pot op de vensterbank want ik wil ze nog niet blootstellen aan de windkracht 6 die deze zomer regelmatig ons balkon geselt. Ze hebben steun aan satéstokjes zodat ze voorlopig niet omvallen als ze de hoogte krijgen.

Voorlopig hebben we even rust, de blauweregentjes en ik, maar de volgende vragen doemen al op: wanneer zou ik ze buiten durven zetten, en vooral: wáár?


Hier vond ik de gezochte informatie!